Mycorrhiza is de verzamelnaam van gunstige schimmels die een relatie aangaan met het wortelsysteem van planten. In ruil voor plantensuikers uit de wortels maken zij mineralen opneembaar voor planten, waardoor planten gezonder blijven en de voeding beter benutten. Zonder nuttige mycorrhiza’s en specifieke bacteriën rond hun wortels zijn planten kwetsbaar. Dat uit zich in een zwakker gewas met weinig weerstand tegen ziekten en plagen.
Het woord mycorrhiza is afgeleid van het Griekse mukès (zwam), en rhiza (wortel). De wortels van de meeste planten zijn in staat een symbiose aan te gaan met mycorrhiza. Het is de meest gebruikelijke vorm van samenwerking bij planten en voor veel soorten onmisbaar voor hun voortbestaan.
Een gezonde bodem is onmisbaar voor de ontwikkeling van sterke, gezonde planten. Zo’n bodem maakt planten minder vatbaar voor ziekten, plagen en stress en laat hen maximaal presteren. Om een gezonde bodem te krijgen zijn twee factoren cruciaal: mycorrhiza’s en nuttige wortelbacteriën. We hebben allemaal geleerd dat wortels water en mineralen opnemen via osmosedruk (met zouten) en ionen-uitwisseling. Dat is maar gedeeltelijk waar. Alleen jonge opnameworteltjes kunnen dit gedurende ongeveer drie weken doen. Als er in die tijd geen kolonisatie met mycorrhiza tot stand komt zullen de opnameworteltjes afsterven. Daardoor worden planten gedwongen steeds weer nieuwe worteltjes aan te maken.
Afbeelding 1: Mycorrhiza in de microporiën.
Door de uitbundige groei en geringe diameter van de schimmeldraden of hyfen (ca. 3μm) kunnen mycorrhiza-schimmels een groot bodemvolume exploiteren Zij kunnen mineralen vrijmaken en via de schimmeldraden tot in de plantenwortels transporteren. In de natuur leeft 95% van alle planten samen met mycorrhiza’s. De opnamecapaciteit van de wortels neemt gemiddeld met wel 700% toe, waardoor planten gemakkelijker en efficiënter water en voedingsstoffen opnemen. Mycorrhiza-schimmels dragen bewezen bij aan resistentie van planten tegen ziekteverwekkers in de bodem, droogte en zware metalen. Bovendien bezetten deze gunstige schimmels de ruimte rond de wortels, waardoor bodemziekten minder groeiruimte hebben.
In de animatiefilm ‘Grond is een levend organisme’ wordt de visie van PHC op bodembiologie uiteengezet. Deze 12 minuten durende film laat alles zien over hoe planten ondergronds groeien, en hoe mycorrhiza’s, bacteriën, en bodemleven een onlosmakelijk systeem vormen. Grond moet worden gezien als een levend organisme. De beste gewasbescherming komt vanuit de eigen plantweerbaarheid, daarom is een gezonde bodembiologie is essentieel voor gezonde gewassen. Mycorrhiza speelt daarin een essentiële rol.
Zijn overal ter wereld voorkomend en zijn voor land- en tuinbouw belangrijk. Endomycorrhiza groeit met schimmeldraden (hyfen) tot in de wortelcellen en vormen daar uitwisselingsorganen in de vorm van een boompje. (arbuscules) Ze maken in de wortels ook opslagblaasjes (vesicles) voor moeilijker tijden. Endomycorrhiza’s produceren sporen (zaden) aan de uiteinden van de hyfen onder de grond. Zij planten zich voort via de sporen en via wortelcontact van hyfen met allerlei andere soorten planten. Zij zijn nauwelijks selectief in de keuze van hun gastplant. Er zijn wereldwijd ongeveer 140 soorten endomycorrhiza en blijven trouw aan hun gastplant zolang deze blijft leven.
Deze soorten komen eigenlijk alleen voor bij een beperkt aantal boomsoorten. De schimmeldraden groeien om de buitenkant van de plantenwortel heen. Ecto betekent “buiten”. Er zijn wereldwijd ongeveer 6.500 soorten ectomycorrhiza, waarvan ruim 3000 in Europa voorkomen. Zij vormen paddenstoelen met sporen. De verspreiding van deze sporen is via de wind, mensen en dieren. Anders dan endomycorrhiza’s zijn de ectomycorrhiza’s niet trouw aan hun gastboom. Er kunnen meerdere soorten op een worteltje groeien. Het is een komen en gaan van ectomycorrhiza soorten. Ze willen allemaal overleven en hebben met een paar duizend soorten slechts een klein aantal boomsoorten om uit te kiezen.
De oudste mycorrhiza vondsten zijn 400 miljoen jaar oud en werden gevonden in plantenfossielen (T.N Taylor Mycologia 87/4 1995). De eerste landplanten gingen al in symbiose met mycorrhiza. Dat was nodig om te overleven en om gelijktijdig de grond rond hun wortels te verbeteren. Hierdoor vergemakkelijkten zij hun eigen groeiomstandigheden. De schimmels waren aangepast voor het vinden van water en mineralen. Net als planten hebben wortelschimmels zich tot meerdere soorten en vormen ontwikkeld.